Ga naar de inhoud

Pas op de plaats maken?

Gepubliceerd: 10 juni 2021
Auteur: Janita van Gastel

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet meer gebruikt mag worden als basis voor toestemming voor activiteiten.

Wat is PAS precies?
Op basis van het PAS kon alvast toestemming worden gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor stikstofgevoelige Natura2000-gebieden, vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor die beschermde natuurgebieden. Zo’n toestemming ‘vooraf’ mag niet meer.

Onderbouwing benodigd
Met het vervallen van de PAS is er geen drempelwaarde meer en is bij een stikstoftoename van meer dan 0,00 mol/ha/j al sprake van negatieve gevolgen voor Natura2000-gebieden. Niet alleen bij Natuurbeschermingswetvergunningen, maar ook bij (reguliere) omgevingsvergunningen en kleinschalige woningbouwplannen dient onderbouwd te worden dat er geen sprake is van negatieve gevolgen op Natura2000-gebieden. Dit blijkt uit de “Factsheet Woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden” (versie 2 juli 2019).

“Let op: Ook kleinschalige woningbouwinitiatieven kunnen leiden tot een toename van de stikstofdepositie en moeten om die reden daarop worden beoordeeld. Voor kleinschalige woningbouwinitiatieven waarvan op voorhand (en goed gemotiveerd) kan worden onderbouwd dat deze – vanwege bijvoorbeeld de grote afstand tot Natura 2000-gebieden – geen enkele negatieve gevolgen kunnen hebben voor de relevante Natura 2000-gebieden, kan een passende beoordeling van de stikstofdepositie achterwege blijven.”

AERIUS Calculator
Is op voorhand niet te motiveren dat er geen negatieve gevolgen zijn, dan dient er een voortoets te worden uitgevoerd waarin onderzocht wordt of er sprake is van significant negatieve effecten. Indien significant negatieve effecten op voorhand niet zijn uit te sluiten, dient er een passende beoordeling te worden opgesteld (en daarmee samenhangende milieueffectrapport). Om inzicht te krijgen in de stikstofbijdrage van een ruimtelijke ontwikkeling dient de AERIUS Calculator te worden gebruikt. Deze wordt op dit moment (naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State) geactualiseerd.

De provincie Zeeland heeft alle Zeeuwse gemeenten een brief gestuurd waarin zij voor projecten met een stikstofcomponent adviseren om met het vaststellen en ter inzage leggen van bestemmingsplannen te wachten en de reeds in gang gezette procedures in te trekken tot de nieuwe versie van de AERIUS-Calculator operationeel is. Dit betekent dat een groot aantal plannen moet wachten totdat in september de nieuwe AERIUS-Calculator gebruikt kan worden en in het minst gunstige geval een passende beoordeling en (voor bestemmingsplannen) milieueffectrapport moet worden opgesteld.

Janita van Gastel

Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling